afbiezen

Conjugations List of Afbiezen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbies afbiesde afheb afgebiesd
jij, je, ubiest afbiesde afhebt afgebiesd
hij, zij, hetbiest afbiesde afheeft afgebiesd
wijbiezen afbiesden afhebben afgebiesd
julliebiezen afbiesden afhebben afgebiesd
zij, zebiezen afbiesden afhebben afgebiesd

Presens
Beta

Example presens sentences for Afbiezen with some of the pronouns.

  • Ik bieze de hoek af.
  • Jij biezet de hoek af.
  • Hij/Zij/Het biezet de hoek af.
  • Wij biezen de hoek af.
  • Jullie biezen de hoek af.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afbiezen with some of the pronouns.

  • Ik biesde de hoek af.
  • Jij biesde de hoek af.
  • Hij/Zij/Het biesde de hoek af.
  • Wij biesden de hoek af.
  • Jullie biesden de hoek af.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afbiezen with some of the pronouns.

  • Ik heb de hoek afgebiesd.
  • Jij hebt de hoek afgebiesd.
  • Hij/Zij/Het heeft de hoek afgebiesd.
  • Wij hebben de hoek afgebiesd.
  • Jullie hebben de hoek afgebiesd.