beschutten

Conjugations List of Beschutten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeschutbeschutteheb beschut
jij, je, ubeschutbeschuttehebt beschut
hij, zij, hetbeschutbeschutteheeft beschut
wijbeschuttenbeschuttenhebben beschut
julliebeschuttenbeschuttenhebben beschut
zij, zebeschuttenbeschuttenhebben beschut

Presens
Beta

Example presens sentences for Beschutten with some of the pronouns.

  • Ik beschut de bloemen tegen de regen.
  • Jij beschut de kinderen op het speelplein.
  • Hij/Zij/Het beschut de dieren in het bos.
  • Wij beschutten de planten tegen de kou.
  • Jullie beschutten de mensen tegen de wind.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beschutten with some of the pronouns.

  • Ik beschutte de bloemen tegen de regen.
  • Jij beschutte de kinderen op het speelplein.
  • Hij/Zij/Het beschutte de dieren in het bos.
  • Wij beschutten de planten tegen de kou.
  • Jullie beschutten de mensen tegen de wind.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beschutten with some of the pronouns.

  • Ik heb de bloemen tegen de regen beschut.
  • Jij hebt de kinderen op het speelplein beschut.
  • Hij/Zij/Het heeft de dieren in het bos beschut.
  • Wij hebben de planten tegen de kou beschut.
  • Jullie hebben de mensen tegen de wind beschut.