bevragen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bevraag | bevroeg | heb bevraagd |
jij, je, u | bevraagt | bevroeg | hebt bevraagd |
hij, zij, het | bevraagt | bevroeg | heeft bevraagd |
wij | bevragen | bevroegen | hebben bevraagd |
jullie | bevragen | bevroegen | hebben bevraagd |
zij, ze | bevragen | bevroegen | hebben bevraagd |
PresensBeta
Example presens sentences for Bevragen with some of the pronouns.
- Ik bevroeg de politicus over zijn standpunten.
- Jij bevraagt regelmatig je collega's tijdens vergaderingen.
- Hij/Zij bevraagt de klanten om feedback te verzamelen.
- Wij bevragen de studenten over hun tevredenheid met het onderwijs.
- Zij bevragen de getuigen om meer informatie te krijgen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bevragen with some of the pronouns.
- Ik bevraagde de politicus over zijn standpunten.
- Jij bevraagde regelmatig je collega's tijdens vergaderingen.
- Hij/Zij bevraagde de klanten om feedback te verzamelen.
- Wij bevraagden de studenten over hun tevredenheid met het onderwijs.
- Zij bevraagden de getuigen om meer informatie te krijgen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bevragen with some of the pronouns.
- Ik heb de politicus over zijn standpunten bevraagd.
- Jij hebt regelmatig je collega's tijdens vergaderingen bevraagd.
- Hij/Zij heeft de klanten bevraagd om feedback te verzamelen.
- Wij hebben de studenten over hun tevredenheid met het onderwijs bevraagd.
- Zij hebben de getuigen bevraagd om meer informatie te krijgen.