bijeenbrengen

Conjugations List of Bijeenbrengen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbreng bijeenbracht bijeenheb bijeengebracht
jij, je, ubrengt bijeenbracht bijeenhebt bijeengebracht
hij, zij, hetbrengt bijeenbracht bijeenheeft bijeengebracht
wijbrengen bijeenbrachten bijeenhebben bijeengebracht
julliebrengen bijeenbrachten bijeenhebben bijeengebracht
zij, zebrengen bijeenbrachten bijeenhebben bijeengebracht

Presens

Example presens sentences for Bijeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik breng mensen bijeen voor een vergadering.
  • Jij brengt ideeĆ«n bijeen tijdens de brainstormsessie.
  • Hij brengt zijn team bijeen voor een belangrijke presentatie.
  • Zij brengen verschillende culturen bijeen in hun project.
  • Wij brengen regelmatig geld bijeen voor goede doelen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Bijeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik bracht mensen bijeen voor een vergadering.
  • Jij bracht ideeĆ«n bijeen tijdens de brainstormsessie.
  • Hij bracht zijn team bijeen voor een belangrijke presentatie.
  • Zij brachten verschillende culturen bijeen in hun project.
  • Wij brachten regelmatig geld bijeen voor goede doelen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Bijeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik heb mensen bijeengebracht voor een vergadering.
  • Jij hebt ideeĆ«n bijeengebracht tijdens de brainstormsessie.
  • Hij heeft zijn team bijeengebracht voor een belangrijke presentatie.
  • Zij hebben verschillende culturen bijeengebracht in hun project.
  • Wij hebben regelmatig geld bijeengebracht voor goede doelen.