bijvallen

Conjugations List of Bijvallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikval bijviel bijben bijgevallen
jij, je, uvalt bijviel bijbent bijgevallen
hij, zij, hetvalt bijviel bijis bijgevallen
wijvallen bijvielen bijzijn bijgevallen
jullievallen bijvielen bijzijn bijgevallen
zij, zevallen bijvielen bijzijn bijgevallen

Presens
Beta

Example presens sentences for Bijvallen with some of the pronouns.

  • Ik val bij als de kinderen met elkaar spelen.
  • Jij valt bij wanneer er een goede grap wordt verteld.
  • Hij/zij/het valt bij tijdens interessante discussies.
  • Wij vallen bij als het eten lekker is.
  • Jullie vallen bij als er live muziek wordt gespeeld.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bijvallen with some of the pronouns.

  • Ik viel bij toen ik zag dat ze hulp nodig had.
  • Jij viel bij terwijl we aan het praten waren.
  • Hij/zij/het viel bij tijdens de vergadering.
  • Wij vielen bij toen we het nieuws hoorden.
  • Jullie vielen bij toen jullie de uitdaging aangingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bijvallen with some of the pronouns.

  • Ik ben bijgevallen toen ze haar verhaal vertelde.
  • Jij bent bijgevallen na de overwinning van het team.
  • Hij/zij/het is bijgevallen nadat hij de presentatie had gegeven.
  • Wij zijn bijgevallen toen we de beslissing namen.
  • Jullie zijn bijgevallen nadat je het probleem had opgelost.