buikschuiven

Conjugations List of Buikschuiven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschuif buikschoof buikheb buikgeschoven
jij, je, uschuift buikschoof buikhebt buikgeschoven
hij, zij, hetschuift buikschoof buikheeft buikgeschoven
wijschuiven buikschoven buikhebben buikgeschoven
jullieschuiven buikschoven buikhebben buikgeschoven
zij, zeschuiven buikschoven buikhebben buikgeschoven

Presens
Beta

Example presens sentences for Buikschuiven with some of the pronouns.

  • Ik buikschuif
  • Jij buikschuift
  • Hij/Zij/Het buikschuift
  • Wij buikschuiven
  • Jullie buikschuiven

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Buikschuiven with some of the pronouns.

  • Ik buikschoven
  • Jij buikschoven
  • Hij/Zij/Het buikschoven
  • Wij buikschoven
  • Jullie buikschoven

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Buikschuiven with some of the pronouns.

  • Ik heb gebuikschoven
  • Jij hebt gebuikschoven
  • Hij/Zij/Het heeft gebuikschoven
  • Wij hebben gebuikschoven
  • Jullie hebben gebuikschoven