centraliseren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | centraliseer | centraliseerde | heb gecentraliseerd |
| jij, je, u | centraliseert | centraliseerde | hebt gecentraliseerd |
| hij, zij, het | centraliseert | centraliseerde | heeft gecentraliseerd |
| wij | centraliseren | centraliseerden | hebben gecentraliseerd |
| jullie | centraliseren | centraliseerden | hebben gecentraliseerd |
| zij, ze | centraliseren | centraliseerden | hebben gecentraliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Centraliseren with some of the pronouns.
- Ik centraliseer de gegevens in onze database.
- Jij centraliseert de verantwoordelijkheden binnen het team.
- Hij/Zij/Het centraliseert de besluitvorming in de organisatie.
- Wij centraliseren de financiële processen om efficiëntie te bevorderen.
- Jullie centraliseren de informatie op één plek voor gemakkelijke toegang.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Centraliseren with some of the pronouns.
- Ik centraliseerde de operaties voordat we nieuwe vestigingen openden.
- Jij centraliseerde de kennis tijdens de trainingssessies.
- Hij/Zij/Het centraliseerde de autoriteit om de besluitvorming te versnellen.
- Wij centraliseerden de bevoegdheden om de coördinatie te vereenvoudigen.
- Jullie centraliseerden de middelen om efficiënter te werken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Centraliseren with some of the pronouns.
- Ik heb de taken gecentraliseerd om de workflow te verbeteren.
- Jij hebt de systemen gecentraliseerd om kosten te besparen.
- Hij/Zij/Het heeft de communicatie gecentraliseerd voor meer samenhang.
- Wij hebben de activiteiten gecentraliseerd om beter overzicht te krijgen.
- Jullie hebben de logistiek gecentraliseerd om de distributie te stroomlijnen.