formaliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | formaliseer | formaliseerde | heb geformaliseerd |
jij, je, u | formaliseert | formaliseerde | hebt geformaliseerd |
hij, zij, het | formaliseert | formaliseerde | heeft geformaliseerd |
wij | formaliseren | formaliseerden | hebben geformaliseerd |
jullie | formaliseren | formaliseerden | hebben geformaliseerd |
zij, ze | formaliseren | formaliseerden | hebben geformaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Formaliseren with some of the pronouns.
- Ik formaliseer het proces.
- Jij formaliseert de overeenkomst.
- Hij/Zij formaliseert de regels.
- Wij formaliseren het beleid.
- Zij formaliseren de samenwerking.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Formaliseren with some of the pronouns.
- Ik formaliseerde het proces.
- Jij formaliseerde de overeenkomst.
- Hij/Zij formaliseerde de regels.
- Wij formaliseerden het beleid.
- Zij formaliseerden de samenwerking.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Formaliseren with some of the pronouns.
- Ik heb het proces geformaliseerd.
- Jij hebt de overeenkomst geformaliseerd.
- Hij/Zij heeft de regels geformaliseerd.
- Wij hebben het beleid geformaliseerd.
- Zij hebben de samenwerking geformaliseerd.