gruwen

Conjugations List of Gruwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgruwgruwdeheb gegruwd
jij, je, ugruwtgruwdehebt gegruwd
hij, zij, hetgruwtgruwdeheeft gegruwd
wijgruwengruwdenhebben gegruwd
julliegruwengruwdenhebben gegruwd
zij, zegruwengruwdenhebben gegruwd

Presens

Example presens sentences for Gruwen with some of the pronouns.

  • Ik gruw van slangen.
  • Jij gruwt van horrorfilms.
  • Hij gruwt van de gedachte aan spinnen.
  • Zij gruwen van onrechtvaardigheid.
  • Wij gruwen van vieze geuren.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Gruwen with some of the pronouns.

  • Ik gruwde van de gedachte aan examens.
  • Jij gruwde van de smaak van spruitjes.
  • Hij gruwde van het idee om te falen.
  • Zij gruwden van de herinneringen aan oorlog.
  • Wij gruwden van het zien van armoede.

Perfectum

Example perfectum sentences for Gruwen with some of the pronouns.

  • Ik heb gegruwd van die enge film.
  • Jij hebt gegruwd van het slechte nieuws.
  • Hij heeft gegruwd van het zien van bloed.
  • Zij hebben gegruwd van die vreselijke ervaring.
  • Wij hebben gegruwd van het horen van die verschrikkelijke verhalen.