harsten

Conjugations List of Harsten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikharstharstteheb geharst
jij, je, uharstharsttehebt geharst
hij, zij, hetharstharstteheeft geharst
wijharstenharsttenhebben geharst
jullieharstenharsttenhebben geharst
zij, zeharstenharsttenhebben geharst

Presens
Beta

Example presens sentences for Harsten with some of the pronouns.

  • Ik harst
  • Jij harst
  • Hij/Zij het harst
  • Wij/Jullie/Zij harsten

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Harsten with some of the pronouns.

  • Ik harste
  • Jij harste
  • Hij/Zij harste
  • Wij/Jullie/Zij harsten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Harsten with some of the pronouns.

  • Ik heb geharst
  • Jij hebt geharst
  • Hij/Zij heeft geharst
  • Wij/Jullie/Zij hebben geharst