inlassen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | las in | laste in | heb ingelast |
jij, je, u | last in | laste in | hebt ingelast |
hij, zij, het | last in | laste in | heeft ingelast |
wij | lassen in | lasten in | hebben ingelast |
jullie | lassen in | lasten in | hebben ingelast |
zij, ze | lassen in | lasten in | hebben ingelast |
PresensBeta
Example presens sentences for Inlassen with some of the pronouns.
- Ik las in dat boek.
- Zij last in tijdens de vergadering.
- Wij lassen regelmatig pauzes in tijdens het werk.
- Hij last in voor een korte adempauze.
- Jullie lassen een intermezzo in tussen de optredens.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inlassen with some of the pronouns.
- Ik laste in terwijl hij aan het praten was.
- Zij laste regelmatig in tijdens de les.
- Wij lasten soms een extra pauze in.
- Hij laste vaak in om wat frisse lucht te krijgen.
- Jullie lasten een korte pauze in tussen de activiteiten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inlassen with some of the pronouns.
- Ik heb ingelast op het juiste moment.
- Zij heeft ingelast tijdens de presentatie.
- Wij hebben regelmatig pauzes ingelast.
- Hij heeft even ingelast om te rusten.
- Jullie hebben een korte onderbreking ingelast.