instomen

Conjugations List of Instomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstoom instoomde inben ingestoomd
jij, je, ustoomt instoomde inbent ingestoomd
hij, zij, hetstoomt instoomde inis ingestoomd
wijstomen instoomden inzijn ingestoomd
julliestomen instoomden inzijn ingestoomd
zij, zestomen instoomden inzijn ingestoomd

Presens

Example presens sentences for Instomen with some of the pronouns.

  • Ik stoom in voor de wedstrijd.
  • Jij stoomt in met veel enthousiasme.
  • Hij/Zij stoomt in als nieuw lid van het team.
  • Wij stomen in op het juiste moment.
  • Jullie stomen in met volle kracht.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Instomen with some of the pronouns.

  • Ik stoomde in voor de wedstrijd.
  • Jij stoomde in met veel enthousiasme.
  • Hij/Zij stoomde in als nieuw lid van het team.
  • Wij stoomden in op het juiste moment.
  • Jullie stoomden in met volle kracht.

Perfectum

Example perfectum sentences for Instomen with some of the pronouns.

  • Ik ben ingestoomd voor de wedstrijd.
  • Jij bent met veel enthousiasme ingestoomd.
  • Hij/Zij is als nieuw lid van het team ingestoomd.
  • Wij zijn op het juiste moment ingestoomd.
  • Jullie zijn met volle kracht ingestoomd.