inwijken

Conjugations List of Inwijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwijk inweek inben ingeweken
jij, je, uwijkt inweek inbent ingeweken
hij, zij, hetwijkt inweek inis ingeweken
wijwijken inweken inzijn ingeweken
julliewijken inweken inzijn ingeweken
zij, zewijken inweken inzijn ingeweken

Presens
Beta

Example presens sentences for Inwijken with some of the pronouns.

  • Ik wijk in naar een nieuwe buurt.
  • Jij wijkt in bij je vrienden.
  • Hij/Zij/Het wijkt in met zijn/haar familie.
  • Wij wijken in naar het buitenland.
  • Zij wijken in naar een ander huis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inwijken with some of the pronouns.

  • Ik week in naar een andere straat.
  • Jij week in bij je grootouders.
  • Hij/Zij/Het week in met zijn/haar vrienden.
  • Wij weken in naar het platteland.
  • Zij weken in naar een groter huis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inwijken with some of the pronouns.

  • Ik ben ingeweken in mijn nieuwe woning.
  • Jij bent ingeweken bij je ouders.
  • Hij/Zij/Het is ingeweken in de stad.
  • Wij zijn ingeweken in onze nieuwe buurt.
  • Zij zijn ingeweken in een appartement.