kapitaliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kapitaliseer | kapitaliseerde | heb gekapitaliseerd |
jij, je, u | kapitaliseert | kapitaliseerde | hebt gekapitaliseerd |
hij, zij, het | kapitaliseert | kapitaliseerde | heeft gekapitaliseerd |
wij | kapitaliseren | kapitaliseerden | hebben gekapitaliseerd |
jullie | kapitaliseren | kapitaliseerden | hebben gekapitaliseerd |
zij, ze | kapitaliseren | kapitaliseerden | hebben gekapitaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kapitaliseren with some of the pronouns.
- Ik kapitaliseer mijn beleggingen.
- Jij kapitaliseert je kennis.
- Hij/Zij/Het kapitaliseert op zijn/haar succes.
- Wij kapitaliseren de winst.
- Jullie kapitaliseren de voordelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kapitaliseren with some of the pronouns.
- Ik kapitaliseerde op de economische groei.
- Jij kapitaliseerde je talenten.
- Hij/Zij/Het kapitaliseerde op zijn/haar ervaring.
- Wij kapitaliseerden de innovatie.
- Jullie kapitaliseerden de mogelijkheden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kapitaliseren with some of the pronouns.
- Ik heb gekapitaliseerd op de marktomstandigheden.
- Jij hebt je investeringen gekapitaliseerd.
- Hij/Zij/Het heeft zijn/haar vermogen gekapitaliseerd.
- Wij hebben de groei gekapitaliseerd.
- Jullie hebben de kansen gekapitaliseerd.