mineraliseren

Conjugations List of Mineraliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmineraliseermineraliseerdeheb gemineraliseerd
jij, je, umineraliseertmineraliseerdehebt gemineraliseerd
hij, zij, hetmineraliseertmineraliseerdeheeft gemineraliseerd
wijmineraliserenmineraliseerdenhebben gemineraliseerd
julliemineraliserenmineraliseerdenhebben gemineraliseerd
zij, zemineraliserenmineraliseerdenhebben gemineraliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mineraliseren with some of the pronouns.

  • Ik mineraliseer het water voor de planten.
  • Jij mineraliseert je voeding met extra mineralen.
  • Hij mineraliseert de grond om de vruchtbaarheid te verbeteren.
  • Zij mineraliseren het drinkwater om kalkaanslag te verminderen.
  • Wij mineraliseren onze bodem met organische meststoffen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mineraliseren with some of the pronouns.

  • Vroeger mineraliseerde ik het water voor de planten.
  • Vroeger mineraliseerde jij je voeding met extra mineralen.
  • Vroeger mineraliseerde hij de grond om de vruchtbaarheid te verbeteren.
  • Vroeger mineraliseerden zij het drinkwater om kalkaanslag te verminderen.
  • Vroeger mineraliseerden wij onze bodem met organische meststoffen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mineraliseren with some of the pronouns.

  • Ik heb het water gemineraliseerd voor de planten.
  • Jij hebt je voeding met extra mineralen gemineraliseerd.
  • Hij heeft de grond gemineraliseerd om de vruchtbaarheid te verbeteren.
  • Zij hebben het drinkwater gemineraliseerd om kalkaanslag te verminderen.
  • Wij hebben onze bodem gemineraliseerd met organische meststoffen.