misstappen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stap mis | stapte mis | heb misgestapt |
jij, je, u | stapt mis | stapte mis | hebt misgestapt |
hij, zij, het | stapt mis | stapte mis | heeft misgestapt |
wij | stappen mis | stapten mis | hebben misgestapt |
jullie | stappen mis | stapten mis | hebben misgestapt |
zij, ze | stappen mis | stapten mis | hebben misgestapt |
PresensBeta
Example presens sentences for Misstappen with some of the pronouns.
- Ik misstap me regelmatig tijdens het hardlopen.
- Jij misstapt je vaak op die losliggende stoeptegels.
- Hij misstapt zich soms tijdens het dansen.
- Wij misstappen ons zelden in dit soort situaties.
- Zij misstappen zich nooit in hun professionele leven.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Misstappen with some of the pronouns.
- Ik misstapte me gisteren tijdens het koken.
- Jij misstapte je vroeger vaak in dergelijke situaties.
- Hij misstapte zich regelmatig tijdens zijn studententijd.
- Wij misstapten ons soms tijdens de vakantie.
- Zij misstapten zich altijd tijdens het skiën.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Misstappen with some of the pronouns.
- Ik ben me misstapt tijdens de modeshow vorige week.
- Jij bent je vaak misstapt in het verleden.
- Hij is zich wel eens misstapt op het podium.
- Wij zijn ons nog nooit misstapt tijdens deze activiteit.
- Zij zijn zich een paar keer misstapt in hun relatie.