omheinen

Conjugations List of Omheinen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikomheinomheindeheb omheind
jij, je, uomheintomheindehebt omheind
hij, zij, hetomheintomheindeheeft omheind
wijomheinenomheindenhebben omheind
jullieomheinenomheindenhebben omheind
zij, zeomheinenomheindenhebben omheind

Presens
Beta

Example presens sentences for Omheinen with some of the pronouns.

  • Ik omhein de tuin met een houten hek.
  • Jij omheint het veld met prikkeldraad.
  • Hij omheint zijn eigendom met stenen muren.
  • Zij omheinen de weide voor de schapen.
  • Wij omheinen de speeltuin met gaashekwerk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omheinen with some of the pronouns.

  • Ik omheinde de tuin met een houten hek.
  • Jij omheinde het veld met prikkeldraad.
  • Hij omheinde zijn eigendom met stenen muren.
  • Zij omheinden de weide voor de schapen.
  • Wij omheinden de speeltuin met gaashekwerk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omheinen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tuin omheind met een houten hek.
  • Jij hebt het veld omheind met prikkeldraad.
  • Hij heeft zijn eigendom omheind met stenen muren.
  • Zij hebben de weide omheind voor de schapen.
  • Wij hebben de speeltuin omheind met gaashekwerk.