ontvlammen

Conjugations List of Ontvlammen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontvlamontvlamdeheb ontvlamd
jij, je, uontvlamtontvlamdehebt ontvlamd
hij, zij, hetontvlamtontvlamdeheeft ontvlamd
wijontvlammenontvlamdenhebben ontvlamd
jullieontvlammenontvlamdenhebben ontvlamd
zij, zeontvlammenontvlamdenhebben ontvlamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontvlammen with some of the pronouns.

  • De vlam ontvlamt fel in de open haard.
  • Ik ontvlam een passie voor kunst.
  • Jij ontvlamt snel in woede.
  • De kaarsen ontvlammen langzaam op het altaar.
  • Wij ontvlammen in een luid gejuich.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontvlammen with some of the pronouns.

  • Vroeger ontvlamde ik gemakkelijk bij onrechtvaardigheid.
  • Toen ik jong was, ontvlamden we vaak kampvuren op het strand.
  • Hij ontvlamde regelmatig in een heftige discussie.
  • De oude herinneringen ontvlamden weer toen ze elkaar zagen.
  • In die tijd ontvlamden er protesten tegen de oorlog.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontvlammen with some of the pronouns.

  • De liefde is bij hen ontvlamd tijdens hun reis naar Parijs.
  • Ik ben al eerder ontvlamd door dit boek.
  • Hij is gisteravond ontvlamd in een vurige speech.
  • Zij zijn pas recent ontvlamd voor deze sport.
  • We hebben ons hart ontvlamd aan dit project.