opsolferen

Conjugations List of Opsolferen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksolfer opsolferde opheb opgesolferd
jij, je, usolfert opsolferde ophebt opgesolferd
hij, zij, hetsolfert opsolferde opheeft opgesolferd
wijsolferen opsolferden ophebben opgesolferd
julliesolferen opsolferden ophebben opgesolferd
zij, zesolferen opsolferden ophebben opgesolferd

Presens
Beta

Example presens sentences for Opsolferen with some of the pronouns.

  • Ik solfer op.
  • Jij solfert op.
  • Hij/Zij/Het solfert op.
  • Wij solferen op.
  • Jullie solferen op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opsolferen with some of the pronouns.

  • Ik solferde op.
  • Jij solferde op.
  • Hij/Zij/Het solferde op.
  • Wij solferden op.
  • Jullie solferden op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opsolferen with some of the pronouns.

  • Ik heb opgesolferd.
  • Jij hebt opgesolferd.
  • Hij/Zij/Het heeft opgesolferd.
  • Wij hebben opgesolferd.
  • Jullie hebben opgesolferd.