vermeten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vermeet | vermat | heb vermeten |
jij, je, u | vermeet | vermat | hebt vermeten |
hij, zij, het | vermeet | vermat | heeft vermeten |
wij | vermeten | vermaten | hebben vermeten |
jullie | vermeten | vermaten | hebben vermeten |
zij, ze | vermeten | vermaten | hebben vermeten |
PresensBeta
Example presens sentences for Vermeten with some of the pronouns.
- Ik vermeet me regelmatig aan nieuwe uitdagingen.
- Jij vermeet je nooit aan zulke moeilijke taken.
- Hij vermeet zich altijd met anderen te wedijveren.
- Wij vermeten ons vaak te discussiëren over politiek.
- Zij vermeten zich niet in te mengen in onze zaken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vermeten with some of the pronouns.
- Ik vermette me vroeger om in het openbaar te spreken.
- Jij vermette je nooit om tegen hem in te gaan.
- Hij vermette zich altijd om zijn eigen weg te volgen.
- Wij vermetten ons vaak om te dromen van een betere toekomst.
- Zij vermetten zich niet om kritisch te zijn.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vermeten with some of the pronouns.
- Ik heb me vermeten om die berg te beklimmen.
- Jij hebt je nooit vermeten om hem de waarheid te vertellen.
- Hij heeft zich altijd vermeten om risico's te nemen.
- Wij hebben ons vermeten om een nieuw bedrijf op te richten.
- Zij hebben zich niet vermeten om de leiding te nemen.