verstrammen

Conjugations List of Verstrammen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverstramverstramdeben verstramd
jij, je, uverstramtverstramdebent verstramd
hij, zij, hetverstramtverstramdeis verstramd
wijverstrammenverstramdenzijn verstramd
jullieverstrammenverstramdenzijn verstramd
zij, zeverstrammenverstramdenzijn verstramd

Presens

Example presens sentences for Verstrammen with some of the pronouns.

  • Ik verstram
  • Jij verstramt
  • Hij/Zij/Het verstramt
  • Wij verstrammen
  • Jullie verstrammen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verstrammen with some of the pronouns.

  • Ik verstremde
  • Jij verstremde
  • Hij/Zij/Het verstremde
  • Wij verstremden
  • Jullie verstremden

Perfectum

Example perfectum sentences for Verstrammen with some of the pronouns.

  • Ik ben verstramd
  • Jij bent verstramd
  • Hij/Zij/Het is verstramd
  • Wij zijn verstramd
  • Jullie zijn verstramd