vertreuzelen

Conjugations List of Vertreuzelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvertreuzelvertreuzeldeheb vertreuzeld
jij, je, uvertreuzeltvertreuzeldehebt vertreuzeld
hij, zij, hetvertreuzeltvertreuzeldeheeft vertreuzeld
wijvertreuzelenvertreuzeldenhebben vertreuzeld
jullievertreuzelenvertreuzeldenhebben vertreuzeld
zij, zevertreuzelenvertreuzeldenhebben vertreuzeld

Presens

Example presens sentences for Vertreuzelen with some of the pronouns.

  • Ik vertreuzel
  • Jij vertreuzelt
  • Hij/Zij/Het vertreuzelt
  • Wij vertreuzelen
  • Jullie vertreuzelen
  • Zij vertreuzelen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Vertreuzelen with some of the pronouns.

  • Ik vertreuzelde
  • Jij vertreuzelde
  • Hij/Zij/Het vertreuzelde
  • Wij vertreuzelden
  • Jullie vertreuzelden
  • Zij vertreuzelden

Perfectum

Example perfectum sentences for Vertreuzelen with some of the pronouns.

  • Ik heb vertreuzeld
  • Jij hebt vertreuzeld
  • Hij/Zij/Het heeft vertreuzeld
  • Wij hebben vertreuzeld
  • Jullie hebben vertreuzeld
  • Zij hebben vertreuzeld