voorfinancieren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | financier voor | financierde voor | heb voorgefinancierd |
jij, je, u | financiert voor | financierde voor | hebt voorgefinancierd |
hij, zij, het | financiert voor | financierde voor | heeft voorgefinancierd |
wij | financieren voor | financierden voor | hebben voorgefinancierd |
jullie | financieren voor | financierden voor | hebben voorgefinancierd |
zij, ze | financieren voor | financierden voor | hebben voorgefinancierd |
PresensBeta
Example presens sentences for Voorfinancieren with some of the pronouns.
- Ik voorfinancier
- Jij voorfinanciert
- Hij/Zij/Het voorfinanciert
- Wij voorfinancieren
- Jullie voorfinancieren
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voorfinancieren with some of the pronouns.
- Ik voorfinancierde
- Jij voorfinancierde
- Hij/Zij/Het voorfinancierde
- Wij voorfinancierden
- Jullie voorfinancierden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voorfinancieren with some of the pronouns.
- Ik heb voorgefinancierd
- Jij hebt voorgefinancierd
- Hij/Zij/Het heeft voorgefinancierd
- Wij hebben voorgefinancierd
- Jullie hebben voorgefinancierd