wegbenen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | been weg | beende weg | ben weggebeend |
jij, je, u | beent weg | beende weg | bent weggebeend |
hij, zij, het | beent weg | beende weg | is weggebeend |
wij | benen weg | beenden weg | zijn weggebeend |
jullie | benen weg | beenden weg | zijn weggebeend |
zij, ze | benen weg | beenden weg | zijn weggebeend |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegbenen with some of the pronouns.
- Ik been weg van de drukte.
- Jij benen weg na het eten.
- Hij/zij bent weggebonen van de vergadering.
- Wij benen weg voordat het begint te regenen.
- Jullie benen weg naar het strand.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegbenen with some of the pronouns.
- Ik been weg van de saaie lezing.
- Jij benen altijd weg van confrontaties.
- Hij/zij bonen weg tijdens de film.
- Wij benen weg na het zien van een spin.
- Jullie benen vaak weg als het moeilijk wordt.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegbenen with some of the pronouns.
- Ik ben weggeneed van de lawaaiige buren.
- Jij bent weggebonen van de slechte relatie.
- Hij/zij is weggebonen van zijn/haar verantwoordelijkheden.
- Wij zijn weggeneed van het oude huis.
- Jullie zijn weggebonen van de stress op het werk.