wegsluizen

Conjugations List of Wegsluizen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksluis wegsluisde wegheb weggesluisd
jij, je, usluist wegsluisde weghebt weggesluisd
hij, zij, hetsluist wegsluisde wegheeft weggesluisd
wijsluizen wegsluisden weghebben weggesluisd
julliesluizen wegsluisden weghebben weggesluisd
zij, zesluizen wegsluisden weghebben weggesluisd

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegsluizen with some of the pronouns.

  • Ik sluist geld weg naar een geheime bankrekening.
  • Jij sluist informatie weg van de concurrentie.
  • Hij/zij/het sluist de winst weg naar belastingparadijzen.
  • Wij sluizen illegale goederen weg via smokkelroutes.
  • Jullie sluizen tijd weg door te veel te gamen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegsluizen with some of the pronouns.

  • Ik sluiste geld weg naar een geheime bankrekening.
  • Jij sluiste informatie weg van de concurrentie.
  • Hij/zij/het sluiste de winst weg naar belastingparadijzen.
  • Wij sluisten illegale goederen weg via smokkelroutes.
  • Jullie sluisten tijd weg door te veel te gamen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegsluizen with some of the pronouns.

  • Ik heb geld weggesluisd naar een geheime bankrekening.
  • Jij hebt informatie weggesluisd van de concurrentie.
  • Hij/zij/het heeft de winst weggesluisd naar belastingparadijzen.
  • Wij hebben illegale goederen weggesluisd via smokkelroutes.
  • Jullie hebben tijd weggesluisd door te veel te gamen.