dieven

Conjugations List of Dieven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdiefdiefdeheb gediefd
jij, je, udieftdiefdehebt gediefd
hij, zij, hetdieftdiefdeheeft gediefd
wijdievendiefdenhebben gediefd
julliedievendiefdenhebben gediefd
zij, zedievendiefdenhebben gediefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Dieven with some of the pronouns.

  • De dieven stelen geld uit de kluis.
  • Ik zie dat de dieven een fiets stelen.
  • Wij betrappen de dieven op heterdaad.
  • Jullie veroordelen de dieven voor hun daden.
  • De politie pakt de dieven op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Dieven with some of the pronouns.

  • Vroeger stalen de dieven geld uit de kluis.
  • Ik zag dat de dieven een fiets stalen.
  • Wij betrapten de dieven op heterdaad.
  • Jullie veroordeelden de dieven voor hun daden.
  • De politie pakte vroeger de dieven op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Dieven with some of the pronouns.

  • De dieven hebben geld gestolen uit de kluis.
  • Ik heb gezien dat de dieven een fiets hebben gestolen.
  • Wij hebben de dieven op heterdaad betrapt.
  • Jullie hebben de dieven veroordeeld voor hun daden.
  • De politie heeft de dieven opgepakt.