resocialiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | resocialiseer | resocialiseerde | heb geresocialiseerd |
jij, je, u | resocialiseert | resocialiseerde | hebt geresocialiseerd |
hij, zij, het | resocialiseert | resocialiseerde | heeft geresocialiseerd |
wij | resocialiseren | resocialiseerden | hebben geresocialiseerd |
jullie | resocialiseren | resocialiseerden | hebben geresocialiseerd |
zij, ze | resocialiseren | resocialiseerden | hebben geresocialiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Resocialiseren with some of the pronouns.
- Ik resocialiseer mijn patiënten om hen te helpen weer te integreren in de samenleving.
- Jij resocialiseert gedetineerden in de gevangenis.
- Hij/Zij resocialiseert jongeren die in aanraking zijn gekomen met criminaliteit.
- Wij resocialiseren daklozen door hen onderdak en begeleiding te bieden.
- Zij resocialiseren verslaafden door middel van therapie en revalidatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Resocialiseren with some of the pronouns.
- Vroeger resocialiseerde ik patiënten in een psychiatrische instelling.
- Toen werkte ik in de gevangenis en resocialiseerde ik gedetineerden.
- Hij/Zij resocialiseerde vroeger jongeren die betrokken waren bij criminele activiteiten.
- In het verleden hebben wij daklozen geresocialiseerd door ze op te vangen in opvangcentra.
- Ze resocialiseerden verslaafden tijdens hun werk in de afkickkliniek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Resocialiseren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn patiënten geresocialiseerd en ze hebben nu een stabiel leven.
- Jij hebt gedetineerden succesvol geresocialiseerd tijdens je werk in de gevangenis.
- Hij/Zij heeft jongeren geresocialiseerd en hen geholpen een nieuwe start te maken.
- Wij hebben daklozen geresocialiseerd door hen te voorzien van huisvesting en ondersteuning.
- Zij hebben verslaafden geresocialiseerd en hen geholpen bij hun herstelproces.