verknijpen

Conjugations List of Verknijpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverknijpverkneepheb verknepen
jij, je, uverknijptverkneephebt verknepen
hij, zij, hetverknijptverkneepheeft verknepen
wijverknijpenverknepenhebben verknepen
jullieverknijpenverknepenhebben verknepen
zij, zeverknijpenverknepenhebben verknepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Verknijpen with some of the pronouns.

  • Ik knijp mijn ogen samen.
  • Jij knijpt de tube tandpasta verkeerd.
  • Hij knijpt zijn handen tot vuisten.
  • Zij knijpen in een stressbal.
  • We knijpen onze neus dicht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verknijpen with some of the pronouns.

  • Ik kneep mijn ogen samen.
  • Jij kneep de tube tandpasta verkeerd.
  • Hij kneep zijn handen tot vuisten.
  • Zij knepen in stressballen.
  • We knepen onze neus dicht.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verknijpen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ogen samengeknepen.
  • Jij hebt de tube tandpasta verkeerd geknepen.
  • Hij heeft zijn handen tot vuisten geknepen.
  • Zij hebben in stressballen geknepen.
  • We hebben onze neus dichtgeknepen.