aandikken

Conjugations List of Aandikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdik aandikte aanheb aangedikt
jij, je, udikt aandikte aanhebt aangedikt
hij, zij, hetdikt aandikte aanheeft aangedikt
wijdikken aandikten aanhebben aangedikt
julliedikken aandikten aanhebben aangedikt
zij, zedikken aandikten aanhebben aangedikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aandikken with some of the pronouns.

  • Ik dik het verhaal aan.
  • Jij dikt het nieuws aan.
  • Hij/Zij/Het dikt de feiten aan.
  • Wij dikken de argumenten aan.
  • Jullie dikken de waarheid aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aandikken with some of the pronouns.

  • Ik dikte het verhaal aan.
  • Jij dikte het nieuws aan.
  • Hij/Zij/Het dikte de feiten aan.
  • Wij dikten de argumenten aan.
  • Jullie dikten de waarheid aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aandikken with some of the pronouns.

  • Ik heb het verhaal aangedikt.
  • Jij hebt het nieuws aangedikt.
  • Hij/Zij/Het heeft de feiten aangedikt.
  • Wij hebben de argumenten aangedikt.
  • Jullie hebben de waarheid aangedikt.