herontdekken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | herontdek | herontdekte | heb herontdekt |
jij, je, u | herontdekt | herontdekte | hebt herontdekt |
hij, zij, het | herontdekt | herontdekte | heeft herontdekt |
wij | herontdekken | herontdekten | hebben herontdekt |
jullie | herontdekken | herontdekten | hebben herontdekt |
zij, ze | herontdekken | herontdekten | hebben herontdekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Herontdekken with some of the pronouns.
- Ik herontdek nieuwe aspecten van de natuur.
- Jij herontdekt oude tradities en gewoonten.
- Hij/Zij herontdekt zijn/haar passie voor muziek.
- Wij herontdekken historische plaatsen in onze stad.
- Zij herontdekken de schoonheid van de kunstwereld.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Herontdekken with some of the pronouns.
- Ik herontdekte mijn favoriete kinderboeken uit mijn jeugd.
- Jij herontdekte de magie van de natuur tijdens de wandeling.
- Hij/Zij herontdekte zijn/haar talent voor tekenen.
- Wij herontdekten de vreugde van samenzijn met vrienden.
- Zij herontdekten de oude stad tijdens een weekendje weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Herontdekken with some of the pronouns.
- Ik heb herontdekt hoeveel ik van lezen houd.
- Jij hebt oude foto's herontdekt in de familiealbums.
- Hij/Zij heeft het verloren schilderij herontdekt.
- Wij hebben een vergeten recept herontdekt en gekookt.
- Zij hebben de liefde voor reizen herontdekt tijdens hun vakantie.