intekenen

Conjugations List of Intekenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikteken intekende inheb ingetekend
jij, je, utekent intekende inhebt ingetekend
hij, zij, hettekent intekende inheeft ingetekend
wijtekenen intekenden inhebben ingetekend
jullietekenen intekenden inhebben ingetekend
zij, zetekenen intekenden inhebben ingetekend

Presens
Beta

Example presens sentences for Intekenen with some of the pronouns.

  • Ik teken in voor de workshop.
  • Jij tekent altijd in met je volledige naam.
  • Hij of zij tekent vaak te laat in.
  • Wij tekenen in op de inschrijflijst.
  • Jullie tekenen snel in wanneer het nodig is.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Intekenen with some of the pronouns.

  • Ik tekende altijd in voor de vergaderingen.
  • Jij tekende vroeger vaak in met potlood.
  • Hij of zij tekende regelmatig in op de lijst.
  • Wij tekenden altijd in zodra we de kans kregen.
  • Jullie tekenden nooit in zonder toestemming.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Intekenen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingetekend voor de conferentie.
  • Jij bent al eerder ingetekend geweest voor dit evenement.
  • Hij of zij heeft gisteren ingetekend voor de cursus.
  • Wij zijn vorige maand ingetekend op de nieuwsbrief.
  • Jullie hebben de deadline gemist om in te tekenen.