authentiseren

Conjugations List of Authentiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikauthentiseerauthentiseerdeheb geauthentiseerd
jij, je, uauthentiseertauthentiseerdehebt geauthentiseerd
hij, zij, hetauthentiseertauthentiseerdeheeft geauthentiseerd
wijauthentiserenauthentiseerdenhebben geauthentiseerd
jullieauthentiserenauthentiseerdenhebben geauthentiseerd
zij, zeauthentiserenauthentiseerdenhebben geauthentiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Authentiseren with some of the pronouns.

  • Ik authentiseer de documenten.
  • Jij authentiseert de identiteit van de gebruiker.
  • Hij/Zij authentiseert het kunstwerk.
  • Wij authentiseren de getuigenverklaring.
  • Jullie authentiseren de handtekeningen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Authentiseren with some of the pronouns.

  • Ik authentiseerde de documenten.
  • Jij authentiseerde de identiteit van de gebruiker.
  • Hij/Zij authentiseerde het kunstwerk.
  • Wij authentiseerden de getuigenverklaring.
  • Jullie authentiseerden de handtekeningen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Authentiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de documenten geauthentiseerd.
  • Jij hebt de identiteit van de gebruiker geauthentiseerd.
  • Hij/Zij heeft het kunstwerk geauthentiseerd.
  • Wij hebben de getuigenverklaring geauthentiseerd.
  • Jullie hebben de handtekeningen geauthentiseerd.