onderdekken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | dek onder | dekte onder | heb ondergedekt |
| jij, je, u | dekt onder | dekte onder | hebt ondergedekt |
| hij, zij, het | dekt onder | dekte onder | heeft ondergedekt |
| wij | dekken onder | dekten onder | hebben ondergedekt |
| jullie | dekken onder | dekten onder | hebben ondergedekt |
| zij, ze | dekken onder | dekten onder | hebben ondergedekt |
Presens
Example presens sentences for Onderdekken with some of the pronouns.
- Ik onderdek
- Jij onderdekt
- Hij/Zij/Het onderdekt
- Wij onderdekken
- Jullie onderdekken
- Zij onderdekken
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Onderdekken with some of the pronouns.
- Ik onderdekte
- Jij onderdekte
- Hij/Zij/Het onderdekte
- Wij onderdekten
- Jullie onderdekten
- Zij onderdekten
Perfectum
Example perfectum sentences for Onderdekken with some of the pronouns.
- Ik heb onderdekt
- Jij hebt onderdekt
- Hij/Zij/Het heeft onderdekt
- Wij hebben onderdekt
- Jullie hebben onderdekt
- Zij hebben onderdekt