tobben
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tob | tobde | heb getobd |
jij, je, u | tobt | tobde | hebt getobd |
hij, zij, het | tobt | tobde | heeft getobd |
wij | tobben | tobden | hebben getobd |
jullie | tobben | tobden | hebben getobd |
zij, ze | tobben | tobden | hebben getobd |
PresensBeta
Example presens sentences for Tobben with some of the pronouns.
- Ik tob over mijn toekomstplannen.
- Jij tobt vaak over kleine problemen.
- Hij/zij tobte over de beslissing.
- Wij tobden over de financiƫle situatie.
- Zij hebben lang getobd over die kwestie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Tobben with some of the pronouns.
- Ik tobde vaak over kleine dingen.
- Jij tobde al een tijdje voordat je het vertelde.
- Hij/zij tobde altijd over zijn/haar werk.
- Wij tobden vroeger meer dan nu.
- Zij tobden dagenlang over die vraag.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Tobben with some of the pronouns.
- Ik heb getobd over die beslissing.
- Jij hebt al genoeg getobd deze week.
- Hij/zij heeft lang getobd voordat hij/zij een keuze maakte.
- Wij hebben nooit zo lang getobd als nu.
- Zij hebben eerder ook al over dit probleem getobd.