vloeien

Conjugations List of Vloeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvloeivloeideheb gevloeid
jij, je, uvloeitvloeidehebt gevloeid
hij, zij, hetvloeitvloeideheeft gevloeid
wijvloeienvloeidenhebben gevloeid
jullievloeienvloeidenhebben gevloeid
zij, zevloeienvloeidenhebben gevloeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Vloeien with some of the pronouns.

  • Het water vloeit rustig door de rivier.
  • Ik vloei van geluk na het goede nieuws.
  • De melk vloeit uit de fles.
  • De tranen vloeien over haar wangen.
  • Het bloed vloeit snel uit de wond.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vloeien with some of the pronouns.

  • Het water vloeide rustig door de rivier.
  • Ik vloeide van geluk na het goede nieuws.
  • De melk vloeide uit de fles.
  • De tranen vloeiden over haar wangen.
  • Het bloed vloeide snel uit de wond.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vloeien with some of the pronouns.

  • Het water is rustig gevloeid door de rivier.
  • Ik ben van geluk gevloeid na het goede nieuws.
  • De melk heeft uit de fles gevloeid.
  • De tranen zijn over haar wangen gevloeid.
  • Het bloed is snel uit de wond gevloeid.