aanschoppen

Conjugations List of Aanschoppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschop aanschopte aanheb aangeschopt
jij, je, uschopt aanschopte aanhebt aangeschopt
hij, zij, hetschopt aanschopte aanheeft aangeschopt
wijschoppen aanschopten aanhebben aangeschopt
jullieschoppen aanschopten aanhebben aangeschopt
zij, zeschoppen aanschopten aanhebben aangeschopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanschoppen with some of the pronouns.

  • Ik schop aans.
  • Jij schopt aans.
  • Hij/Zij schopt aans.
  • Wij schoppen aans.
  • Jullie schoppen aans.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanschoppen with some of the pronouns.

  • Ik schopte aan.
  • Jij schopte aan.
  • Hij/Zij schopte aan.
  • Wij schopten aan.
  • Jullie schopten aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanschoppen with some of the pronouns.

  • Ik heb aangeschopt.
  • Jij hebt aangeschopt.
  • Hij/Zij heeft aangeschopt.
  • Wij hebben aangeschopt.
  • Jullie hebben aangeschopt.