aanvoeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | voer aan | voerde aan | heb aangevoerd |
jij, je, u | voert aan | voerde aan | hebt aangevoerd |
hij, zij, het | voert aan | voerde aan | heeft aangevoerd |
wij | voeren aan | voerden aan | hebben aangevoerd |
jullie | voeren aan | voerden aan | hebben aangevoerd |
zij, ze | voeren aan | voerden aan | hebben aangevoerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanvoeren with some of the pronouns.
- Hij voert zijn argumenten aan tijdens de vergadering.
- Zij voeren de troepen aan in het strijdgebied.
- De advocaat voert bewijsmateriaal aan om zijn zaak te ondersteunen.
- Wij voeren de hond aan met gezond voedsel.
- Jullie voeren nieuwe ideeën aan tijdens de brainstormsessie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanvoeren with some of the pronouns.
- Hij voerde zijn argumenten aan tijdens de vergadering van vorige week.
- Zij voerden de troepen aan in het strijdgebied gedurende de hele oorlog.
- De advocaat voerde regelmatig bewijsmateriaal aan om zijn zaak te ondersteunen.
- Wij voerden de hond altijd aan met gezond voedsel.
- Jullie voerden vaak nieuwe ideeën aan tijdens de brainstormsessies.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanvoeren with some of the pronouns.
- Hij heeft zijn argumenten aangevoerd tijdens de vergadering.
- Zij hebben de troepen aangevoerd in het strijdgebied.
- De advocaat heeft bewijsmateriaal aangevoerd om zijn zaak te ondersteunen.
- Wij hebben de hond gevoerd met gezond voedsel.
- Jullie hebben nieuwe ideeën aangevoerd tijdens de brainstormsessie.