afstevenen

Conjugations List of Afstevenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksteven afstevende afben afgestevend
jij, je, ustevent afstevende afbent afgestevend
hij, zij, hetstevent afstevende afis afgestevend
wijstevenen afstevenden afzijn afgestevend
julliestevenen afstevenden afzijn afgestevend
zij, zestevenen afstevenden afzijn afgestevend

Presens

Example presens sentences for Afstevenen with some of the pronouns.

  • Ik steven af op een succesvolle carrière.
  • Jij stevent af op een belangrijke overwinning.
  • Hij/Zij stevent af op een mooie toekomst.
  • Wij stevent af op een spannend avontuur.
  • Zij stevent af op een welverdiende vakantie.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Afstevenen with some of the pronouns.

  • Ik stevende af op een succesvolle carrière.
  • Jij stevende af op een belangrijke overwinning.
  • Hij/Zij stevende af op een mooie toekomst.
  • Wij stevenden af op een spannend avontuur.
  • Zij stevenden af op een welverdiende vakantie.

Perfectum

Example perfectum sentences for Afstevenen with some of the pronouns.

  • Ik ben afgestevend op een succesvolle carrière.
  • Jij bent afgestevend op een belangrijke overwinning.
  • Hij/Zij is afgestevend op een mooie toekomst.
  • Wij zijn afgestevend op een spannend avontuur.
  • Zij zijn afgestevend op een welverdiende vakantie.