attenderen

Conjugations List of Attenderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikattendeerattendeerdeheb geattendeerd
jij, je, uattendeertattendeerdehebt geattendeerd
hij, zij, hetattendeertattendeerdeheeft geattendeerd
wijattenderenattendeerdenhebben geattendeerd
jullieattenderenattendeerdenhebben geattendeerd
zij, zeattenderenattendeerdenhebben geattendeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Attenderen with some of the pronouns.

  • Ik attendeer op de nieuwe regels.
  • Jij attendeert altijd op details.
  • Hij/zij attendeert de leerlingen op hun fouten.
  • Wij attenderen de gasten op het feest vanavond.
  • Jullie attenderen ons op belangrijke informatie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Attenderen with some of the pronouns.

  • Ik attendeerde vaak op mogelijke risico's.
  • Jij attendeerde me gisteren op die vergadering.
  • Hij/zij attendeerde de collega's op de deadline.
  • Wij attendeerden de studenten op de studiemogelijkheden.
  • Jullie attendeerden ons regelmatig op verbeterpunten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Attenderen with some of the pronouns.

  • Ik heb geattendeerd op de wijzigingen.
  • Jij hebt altijd op tijd geattendeerd.
  • Hij/zij heeft de klanten op de aanbiedingen geattendeerd.
  • Wij hebben de deelnemers op de regels geattendeerd.
  • Jullie hebben ons op de problemen geattendeerd.