bastaarderen

Conjugations List of Bastaarderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbastaardeerbastaardeerdeheb gebastaardeerd
jij, je, ubastaardeertbastaardeerdehebt gebastaardeerd
hij, zij, hetbastaardeertbastaardeerdeheeft gebastaardeerd
wijbastaarderenbastaardeerdenhebben gebastaardeerd
julliebastaarderenbastaardeerdenhebben gebastaardeerd
zij, zebastaarderenbastaardeerdenhebben gebastaardeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Bastaarderen with some of the pronouns.

  • Ik bastaardeer de ingrediënten om een nieuwe smaak te creëren.
  • Jij bastaardeert de traditionele recepten met moderne kooktechnieken.
  • Hij/Zij/Het bastaardeert de oorspronkelijke stijl met invloeden uit andere culturen.
  • Wij bastaarderen de taal door nieuwe woorden en zinsconstructies te gebruiken.
  • Jullie bastaarderen de muziekgenres tot een unieke sound.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bastaarderen with some of the pronouns.

  • Ik bastaardeerde de ingrediënten om een nieuwe smaak te creëren.
  • Jij bastaardeerde de traditionele recepten met moderne kooktechnieken.
  • Hij/Zij/Het bastaardeerde de oorspronkelijke stijl met invloeden uit andere culturen.
  • Wij bastaardeerden de taal door nieuwe woorden en zinsconstructies te gebruiken.
  • Jullie bastaardeerden de muziekgenres tot een unieke sound.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bastaarderen with some of the pronouns.

  • Ik heb de ingrediënten gebastaardeerd om een nieuwe smaak te creëren.
  • Jij hebt de traditionele recepten met moderne kooktechnieken gebastaardeerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de oorspronkelijke stijl met invloeden uit andere culturen gebastaardeerd.
  • Wij hebben de taal gebastaardeerd door nieuwe woorden en zinsconstructies te gebruiken.
  • Jullie hebben de muziekgenres tot een unieke sound gebastaardeerd.