geworden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geword | gewerd | ben geworden |
jij, je, u | gewordt | gewerd | bent geworden |
hij, zij, het | gewordt | gewerd | is geworden |
wij | geworden | gewerden | zijn geworden |
jullie | geworden | gewerden | zijn geworden |
zij, ze | geworden | gewerden | zijn geworden |
PresensBeta
Example presens sentences for Geworden with some of the pronouns.
- Ik word snel moe na een lange dag werken.
- Jij wordt steeds beter in het spelen van gitaar.
- Hij wordt binnenkort vader en is erg enthousiast.
- Zij worden elke ochtend wakker met een kopje koffie.
- Wij worden blij van een wandeling in de natuur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Geworden with some of the pronouns.
- Ik werd moe na een lange dag werken.
- Jij werd beter in het spelen van gitaar door veel te oefenen.
- Hij werd vader en was ontzettend trots.
- Zij werden wakker toen de zon opkwam.
- Wij werden blij van de verrassingsparty.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Geworden with some of the pronouns.
- Ik ben moe geworden na een lange dag werken.
- Jij bent een expert geworden in het spelen van gitaar.
- Hij is vader geworden en is dolgelukkig.
- Zij zijn opgestaan en zijn direct aan het werk geworden.
- Wij zijn verliefd geworden op de prachtige stad.