inademen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | adem in | ademde in | heb ingeademd |
jij, je, u | ademt in | ademde in | hebt ingeademd |
hij, zij, het | ademt in | ademde in | heeft ingeademd |
wij | ademen in | ademden in | hebben ingeademd |
jullie | ademen in | ademden in | hebben ingeademd |
zij, ze | ademen in | ademden in | hebben ingeademd |
PresensBeta
Example presens sentences for Inademen with some of the pronouns.
- Ik adem in de frisse lucht.
- Jij ademt diep in voordat je begint te zingen.
- Hij ademt rustig en ontspannen tijdens de meditatie.
- Wij ademen langzaam uit na een intensieve workout.
- Zij ademen de geur van bloemen in terwijl ze door het park wandelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inademen with some of the pronouns.
- Vroeger ademde ik snel en oppervlakkig tijdens stressvolle momenten.
- Toen ik ziek was, ademde ik moeizaam en had problemen met mijn ademhaling.
- Hij ademde diep in en uit om zichzelf te kalmeren voor een belangrijke presentatie.
- Als kind ademden wij vaak de geur van de zee in tijdens onze vakanties.
- Tijdens het concert ademden zij in harmonie met de muziek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inademen with some of the pronouns.
- Ik heb diep ingeademd voordat ik het podium betrad.
- Jij hebt schone lucht ingeademd op het platteland.
- Hij heeft vaak vervuilde lucht ingeademd tijdens zijn werk in de fabriek.
- Wij hebben verse lucht ingeademd tijdens onze wandeling in het bos.
- Zij hebben de geur van versgebakken brood ingeademd in de bakkerij.