beraden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | beraad | beried;beraadde | heb beraden |
jij, je, u | beraadt | beried;beraadde | hebt beraden |
hij, zij, het | beraadt | beried;beraadde | heeft beraden |
wij | beraden | berieden;beraadden | hebben beraden |
jullie | beraden | berieden;beraadden | hebben beraden |
zij, ze | beraden | berieden;beraadden | hebben beraden |
PresensBeta
Example presens sentences for Beraden with some of the pronouns.
- Ik beraad me over de aankoop van een nieuwe auto.
- Jij beraadt je op de volgende stap in je carrière.
- Hij beraadt zich op de beste manier om zijn bedrijf te laten groeien.
- Wij beraden ons op de mogelijkheden voor een gezamenlijke vakantie.
- Zij beraden zich over de vraag of ze moeten verhuizen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Beraden with some of the pronouns.
- Ik beraadde me over de mogelijkheden die voor me lagen.
- Jij beraadde je op de keuze tussen twee opties.
- Hij beraadde zich op de gevolgen van zijn acties.
- Wij beraadden ons op de beste strategie om het project te voltooien.
- Zij beraadden zich over de invulling van de vacature.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Beraden with some of the pronouns.
- Ik heb mij beraad over mijn toekomstplannen.
- Jij hebt je beraad op de consequenties van je beslissing.
- Hij heeft zich beraad over de voor- en nadelen van de nieuwe baan.
- Wij hebben ons beraad op de situatie binnen het bedrijf.
- Zij hebben zich beraad over de beste aanpak van het probleem.