slikken

Conjugations List of Slikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikslikslikteheb geslikt
jij, je, usliktsliktehebt geslikt
hij, zij, hetsliktslikteheeft geslikt
wijslikkensliktenhebben geslikt
jullieslikkensliktenhebben geslikt
zij, zeslikkensliktenhebben geslikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Slikken with some of the pronouns.

  • Ik slik een pil tegen de hoofdpijn.
  • Jij slikt elke ochtend vitamines.
  • Hij/Zij slikt medicijnen voor zijn/haar gezondheid.
  • Wij slikken moeiteloos grote tabletten in.
  • Jullie slikken de bittere smaak van de medicijnen weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Slikken with some of the pronouns.

  • Vroeger slikte ik altijd pillen zonder water.
  • Toen ik ziek was, slikte ik veel medicijnen.
  • Hij/Zij slikte jarenlang dagelijks medicatie.
  • Wij slikten vroeger ook siropen tegen hoest.
  • Jullie slikten de medicijnen langzaam en zorgvuldig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Slikken with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren een pil geslikt voor de pijn.
  • Jij hebt al je medicijnen geslikt vandaag.
  • Hij/Zij heeft de tabletten snel doorgeslikt.
  • Wij hebben de bittere smaak van de medicijnen weggeslikt.
  • Jullie hebben moeizaam de grote pillen doorgeslikt.