bereiken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bereik | bereikte | heb bereikt |
jij, je, u | bereikt | bereikte | hebt bereikt |
hij, zij, het | bereikt | bereikte | heeft bereikt |
wij | bereiken | bereikten | hebben bereikt |
jullie | bereiken | bereikten | hebben bereikt |
zij, ze | bereiken | bereikten | hebben bereikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Bereiken with some of the pronouns.
- Ik bereik mijn doelen door hard te werken.
- Hij bereikt succes in zijn carrière.
- Zij bereiken een akkoord over de voorwaarden.
- Wij bereiken een consensus tijdens de vergadering.
- Jullie bereiken jullie bestemming binnen twee uur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bereiken with some of the pronouns.
- Vroeger bereikte ik altijd goede resultaten op school.
- Hij bereikte vorig jaar grote mijlpalen in zijn carrière.
- Zij bereikten een akkoord voordat de deadline verliep.
- Wij bereikten vaak overeenstemming tijdens de onderhandelingen.
- Jullie bereikten de top van de berg na een lange klim.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bereiken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn doel bereikt na maanden van voorbereiding.
- Hij heeft veel succes bereikt in zijn leven.
- Zij hebben een akkoord bereikt over de nieuwe regelingen.
- Wij hebben een consensus bereikt over het projectplan.
- Jullie hebben jullie bestemming op tijd bereikt.