bevitten

Conjugations List of Bevitten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbevitbevitteheb bevit
jij, je, ubevitbevittehebt bevit
hij, zij, hetbevitbevitteheeft bevit
wijbevittenbevittenhebben bevit
julliebevittenbevittenhebben bevit
zij, zebevittenbevittenhebben bevit

Presens
Beta

Example presens sentences for Bevitten with some of the pronouns.

  • Ik bevittig de beslissing van de jury.
  • Jij bevittigt zijn verklaring niet.
  • Hij/zij/het bevittigt de conclusie van het onderzoek.
  • Wij bevittigen de keuze van de directeur.
  • Jullie bevittigen de uitspraak van de rechter.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bevitten with some of the pronouns.

  • Ik bevittigde de beslissing van de jury.
  • Jij bevittigde zijn verklaring niet.
  • Hij/zij/het bevittigde de conclusie van het onderzoek.
  • Wij bevittigden de keuze van de directeur.
  • Jullie bevittigden de uitspraak van de rechter.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bevitten with some of the pronouns.

  • Ik heb de beslissing van de jury bevittigd.
  • Jij hebt zijn verklaring niet bevittigd.
  • Hij/zij/het heeft de conclusie van het onderzoek bevittigd.
  • Wij hebben de keuze van de directeur bevittigd.
  • Jullie hebben de uitspraak van de rechter bevittigd.