bolwerken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bolwerk | bolwerkte | heb gebolwerkt |
jij, je, u | bolwerkt | bolwerkte | hebt gebolwerkt |
hij, zij, het | bolwerkt | bolwerkte | heeft gebolwerkt |
wij | bolwerken | bolwerkten | hebben gebolwerkt |
jullie | bolwerken | bolwerkten | hebben gebolwerkt |
zij, ze | bolwerken | bolwerkten | hebben gebolwerkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Bolwerken with some of the pronouns.
- Ik bolwerk
- Jij bolwerkt
- Hij/Zij/Het bolwerkt
- Wij bolwerken
- Jullie bolwerken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bolwerken with some of the pronouns.
- Ik bolwerkte
- Jij bolwerkte
- Hij/Zij/Het bolwerkte
- Wij bolwerkten
- Jullie bolwerkten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bolwerken with some of the pronouns.
- Ik heb gebolwerkt
- Jij hebt gebolwerkt
- Hij/Zij/Het heeft gebolwerkt
- Wij hebben gebolwerkt
- Jullie hebben gebolwerkt