streven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | streef | streefde | heb gestreefd |
jij, je, u | streeft | streefde | hebt gestreefd |
hij, zij, het | streeft | streefde | heeft gestreefd |
wij | streven | streefden | hebben gestreefd |
jullie | streven | streefden | hebben gestreefd |
zij, ze | streven | streefden | hebben gestreefd |
PresensBeta
Example presens sentences for Streven with some of the pronouns.
- Ik streef naar succes in mijn carrière.
- Jij streeft altijd naar perfectie in je werk.
- Hij/Zij streven naar een betere toekomst voor iedereen.
- Wij streven naar gelijkheid en rechtvaardigheid.
- Zij streven naar duurzaamheid en milieubescherming.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Streven with some of the pronouns.
- Vroeger streefde ik naar roem en rijkdom.
- Toen ik jong was, streefde ik naar avontuur en nieuwe ervaringen.
- Hij/Zij streefde altijd naar het beste resultaat.
- Wij streefden samen naar succesvolle projecten.
- Zij streefden voortdurend naar verbetering en innovatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Streven with some of the pronouns.
- Ik heb gestreefd om mijn doelen te bereiken.
- Jij hebt altijd naar succes gestreefd in je leven.
- Hij/Zij heeft gestreefd naar erkenning voor zijn/haar werk.
- Wij hebben gestreefd naar een betere levenskwaliteit.
- Zij hebben gestreefd naar vrede en harmonie in de wereld.