stoken

Conjugations List of Stoken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstookstookteheb gestookt
jij, je, ustooktstooktehebt gestookt
hij, zij, hetstooktstookteheeft gestookt
wijstokenstooktenhebben gestookt
julliestokenstooktenhebben gestookt
zij, zestokenstooktenhebben gestookt

Presens
Beta

Example presens sentences for Stoken with some of the pronouns.

  • Ik stook het vuur in de open haard.
  • Jij stookt graag hout voor de kachel.
  • Hij stookt olie in de verwarmingsketel.
  • Wij stoken regelmatig de barbecue op zomeravonden.
  • Zij stoken een kampvuur op het strand.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stoken with some of the pronouns.

  • Vroeger stookte ik het vuur in de open haard.
  • Jij stookte altijd hout voor de kachel.
  • Hij stookte vroeger olie in de verwarmingsketel.
  • Wij stookten vroeger vaak de barbecue op zomeravonden.
  • Zij stookten een groot kampvuur op het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stoken with some of the pronouns.

  • Ik heb het vuur in de open haard gestookt.
  • Jij hebt graag hout gestookt voor de kachel.
  • Hij heeft olie gestookt in de verwarmingsketel.
  • Wij hebben regelmatig de barbecue opgestookt op zomeravonden.
  • Zij hebben een kampvuur gestookt op het strand.