kennismaken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | maak kennis | maakte kennis | heb kennisgemaakt |
jij, je, u | maakt kennis | maakte kennis | hebt kennisgemaakt |
hij, zij, het | maakt kennis | maakte kennis | heeft kennisgemaakt |
wij | maken kennis | maakten kennis | hebben kennisgemaakt |
jullie | maken kennis | maakten kennis | hebben kennisgemaakt |
zij, ze | maken kennis | maakten kennis | hebben kennisgemaakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Kennismaken with some of the pronouns.
- Ik maak kennis met nieuwe collega's op het werk.
- Hij maakt kennis met de Nederlandse cultuur tijdens zijn vakantie.
- Zij maken kennis met elkaar op een feestje.
- We maken kennis met de nieuwste technologieën in de IT-sector.
- Jullie maken kennis met de geschiedenis van Amsterdam tijdens de rondleiding.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kennismaken with some of the pronouns.
- Vroeger maakte ik kennis met nieuwe muziekgenres.
- Hij maakte kennis met de Nederlandse taal toen hij hier kwam studeren.
- Zij maakten kennis met de tradities en gebruiken van hun voorouders.
- We maakten kennis met de lokale kunstenaars tijdens ons verblijf.
- Jullie maakten kennis met de bijzondere architectuur van de oude stad.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kennismaken with some of the pronouns.
- Ik heb kennisgemaakt met mijn nieuwe buurman.
- Hij heeft kennisgemaakt met de chef-kok van het restaurant.
- Zij heeft kennisgemaakt met de lokale bevolking tijdens haar reis.
- We hebben kennisgemaakt met interessante mensen op het evenement.
- Jullie hebben kennisgemaakt met de verschillende smaken van de Nederlandse kaas.